Morris Minors zie je in elk klassiekerblad en bij elke bijeenkomst. In Engeland zag je er minstens eenmaal per dag eentje rijden. Een erg leuke, maar gewone auto toch?. Nooit over gedacht zo'n karretje aan te schaffen.
Zoiets als een Beatles-plaat. Die hoef je niet te kopen, die hoor je op de radio al genoeg. Denk je ook niet over na.
Inmiddels zie je Morris Minors niet meer elke dag op de weg als je in Engeland rondrijdt en op evenementen in Nederland is er altijd wel eentje, maar meerdere Minors op een rijtje zie je alleen maar bij de Minor-club. En soms een stuk of twee bij ons AMRWR.
Sleutelend aan diverse bevriende exemplaren realiseer ik me dat het ook wel erg leuk sleutelt: eerlijk en simpel! Proefritjes bewijzen dat de Minor echt een vrolijk weggedrag heeft en ook nog eens een bijzonder ruimtewonder. Dat kleine wagentje is prima bruikbaar als vrolijk boodschappenwagentje. Bovendien vindt eigenlijk iedereen'm leuk. Er wordt gezwaaid en gelachen. Mensen komen naar het wagentje toe om te vertellen dat hun ouders er vroeger ook een hadden.
Het was dan ook geen moeilijke beslissing om deze logeerMorris uit 1960 definitief onderdak te verschaffen. Gewoon, als leuke auto. Dat ik dat nou niet eerder zag..
Christiaan Linford